Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet alfacalcidol en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik alfacalcidol gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
alfacalcidol
Alfacalcidol is een soort vitamine D. Het zorgt voor de opname van calcium (kalk) en fosfaat uit het voedsel. Calcium en fosfaat zijn nodig voor een goede opbouw van botten en gebit.
Artsen schrijven het voor bij nierziekten met botklachten (renale osteodystrofie) en bij bepaalde bijschildklierziekten (hypoparathyreoïdie of secundaire hyperparathyreoïdie).
Wat doet alfacalcidol en waarbij gebruik ik het?
Nierziekten
Alfacalcidol wordt gebruikt bij renale osteodystrofie. Door deze ziekte worden de botten zwakker en ontstaan er veranderingen aan het bot. Het kan ontstaan als de nieren niet goed werken.
Oorzaak
De nieren regelen het evenwicht tussen vitamine D, calcium, fosfaat en bijschildklierhormoon (PTH) in het lichaam. Bij een nierziekte is het evenwicht niet goed. Vaak is er te weinig calcium en te veel fosfaat in het bloed. De bijschildklieren maken dan steeds meer PTH om meer calcium in het bloed te krijgen. Maar het lichaam haalt het calcium hiervoor vooral uit de botten. De botten worden daardoor zwakker en er ontstaan botproblemen.
Verschijnselen
U merkt zelf weinig van een verkeerd evenwicht tussen vitamine D, calcium, fosfaat en PTH. Na een langere periode kunnen de volgende botproblemen ontstaan:
- pijn in botten
- zwakke botten (botontkalking) of veranderingen aan het bot
- grotere kans op botbreuken
Werking
Alfacalcidol remt de aanmaak van het bijschildklierhormoon PTH. Ook zorgt het voor betere opname van calcium uit het voedsel. Het evenwicht tussen calcium en PTH in het bloed wordt beter en het lichaam haalt minder calcium uit de botten.
Bijschildklierziekten
Alfacalcidol wordt gebruikt bij hypoparathyreoïdie (bijschildklieren werken te langzaam) en secundaire hyperparathyreoïdie (bijschildklieren werken te hard). De bijschildklieren zijn 4 kleine orgaantjes links en rechts van de schildklier in de hals. Ze maken parathyreoïdhormoon (PTH). Dit hormoon zorgt voor meer calcium in het bloed en het prikkelt de botafbraak.
Oorzaak
Er kunnen meerdere oorzaken zijn voor te hard of te langzaam werkende bijschildklieren. Het kan te hard werken als er te weinig calcium in het bloed is door een nierziekte. Zie hierboven bij Nierziekten. Een te langzaam werkende bijschildklier kan ontstaan door bijvoorbeeld een operatie van de schildklier.
Verschijnselen
Als de bijschildklier niet goed werkt, kunt u last hebben van de volgende verschijnselen:
- tintelingen, krampen en spierzwakte
- benauwd zijn
- hartproblemen
- verlies van bewustzijn
- na een aantal jaar botontkalking (osteoporose). Dat ontstaat doordat PTH zorgt dat calcium uit de botten wordt gehaald. Het treedt vooral op bij vrouwen na de overgang.
Werking
Alfacalcidol remt de aanmaak van het bijschildklierhormoon PTH. Ook zorgt het voor betere opname van calcium uit het voedsel. Het evenwicht tussen calcium en PTH in het bloed wordt beter en het lichaam haalt minder calcium uit de botten.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Buikpijn
Huiduitslag, zoals jeuk, pukkels, puistjes, rode huid.
Te veel calcium in uw bloed of in uw urine. U kunt dit merken aan een droge mond, hoofdpijn, moe gevoel, misselijk zijn, overgeven, diarree, verstopping, zweten of u moet meer plassen.
Heeft u een van deze klachten? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal dan de hoeveelheid calcium in uw bloed controleren.
Te veel fosfaat in uw bloed. In het begin merkt u dit aan jeuk. Na een langere periode heeft u grotere kans op hart- en vaatziekte. En u kunt botproblemen krijgen.
Heeft u een van deze klachten? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal dan de hoeveelheid fosfaat in uw bloed controleren.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, verstopping en diarree.
Meestal helpt het om het medicijn tijdens het eten in te nemen. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.
Hoofdpijn, en duizelig en in de war zijn
Ziek, zwak en moe gevoel
Spierpijn
Verkalking van de nieren
Nierstenen, dat zijn steentjes in uw plas. Dit kan erg veel pijn doen.
Plotselinge nierfalen, uw nierwerking gaat plotseling achteruit. Dit merkt u aan minder plassen en donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik alfacalcidol gebruiken met andere medicijnen?
Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.
Het medicijn waarmee de belangrijkste wisselwerking optreedt, is het volgende.
- Burosumab, een medicijn gebruikt bij botziekten. Door tegelijk gebruik kunt u te veel calcium en fosfaat in uw bloed krijgen. Hierdoor kunt u klachten krijgen zoals moe zijn, misselijk zijn, overgeven, verstopping, of u moet meer plassen. Overleg hierover met uw arts.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. In de tweede helft van de zwangerschap is het soms nodig om de dosering aan te passen.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor de baby. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt kunstvoeding geven.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Hoe?
- Capsule: heel innemen met een half glas water. De capsule niet kauwen of fijnmaken.
- Druppels: u mag de druppels NIET mengen met andere medicijnen of met vloeistoffen, zoals water of sap.
- Injectie: u krijgt dit medicijn in het ziekenhuis van uw arts of verpleegkundige.
Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis.
Hoelang?
U moet dit medicijn gebruiken zolang uw nieren niet goed werken of u nierdialyse ondergaat. In het algemeen moet u dit medicijn langdurig gebruiken.